Arbobeleid

Onderdelen

Het arbobeleid binnen REEF bestaat uit de volgende onderdelen.

​

Risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E)

REEF brengt de risico’s op de werkplek in kaart via een risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E). Op basis hiervan stelt REEF een Plan van Aanpak op om deze risico’s zo veel mogelijk te beheersen en beperken. In dit plan van aanpak staat welke risico’s met welke prioriteit worden aangepakt, wat hiervoor nodig is, wie dit oppakt en de benodigde investering in tijd en geld. REEF evalueert jaarlijks of gewijzigde omstandigheden vragen om een (gedeeltelijke) nieuwe RI&E en bijbehorend plan van aanpak.

Verzuimbeleid

In het verzuimbeleid beschrijft REEF wat er geregeld is als een medewerker zijn werk (tijdelijk) niet kan uitvoeren vanwege ziekte of ongeval en hoe geprobeerd wordt verzuim te voorkomen. De dialoog tussen medewerker en leidinggevende staat centraal. Zij bespreken samen hoe de vitaliteit van de medewerker zich ontwikkelt. En bekijken wat de medewerker nodig heeft om dit op peil te houden of te vergroten. Kan REEF hieraan bijdragen, dan kan de leidinggevende putten uit het aanbod in de vitaliteitskoffer. Daarin staan ideeën over wat leidinggevenden kunnen doen via begeleiding, coaching, versterken van kennis, vaardigheden en ervaring of faciliteiten.

​

Bedrijfshulpverlening (BHV)

REEF heeft een BHV-plan, waarin is beschreven hoe REEF handelt bij calamiteiten en een eventuele ontruiming van het gebouw. Op basis van dit plan wordt minimaal 1 keer per jaar een ontruimingsoefening gehouden en de uitvoering geëvalueerd. Er zijn 7 bedrijfshulpverleners op kantoor aanwezig, die hierbij ondersteunen.

​

Gedragscode

REEF beschrijft in haar gedragsregels in het personeelshandboek het beleid tegen (seksuele) intimidatie, agressie, geweld, pesten, racistisch gedrag en een te hoge werkdruk. En hoe zij omgaat met nazorg bij incidenten. Verloopt hierin iets niet zoals gewenst, dan kunnen medewerkers terecht bij hun leidinggevende of een vertrouwenspersoon.

​

PMO

REEF biedt medewerkers een periodiek medisch onderzoek (PMO). Hierin worden naast arbeid gerelateerde gezondheidsrisico’s ook conditie en leefstijl in kaart gebracht. Deelname aan een dergelijk onderzoek is voor medewerkers niet verplicht. => bijv. BMI, bloeddruk, algemene gezondheid (slapen, concentratie, hoesten, rugklachten, moeheid) en werkstress. Dit sluit misschien beter aan bij de doelstellingen rondom vitaliteit en biedt iets extra’s aan medewerkers. De PMO wordt aangeboden in Vitaliteit- en verzuimbeleid en uitgevoerd door de externe vertrouwenspersoon.

Werkplekbeleid

REEF heeft een werkplekbeleid te vinden in het personeelshandboek, waarin staat beschreven hoe om te gaan met de aandachtsgebieden van de (kantoor)werkplek en beeldschermwerk. Waarin ook wordt aangegeven hoe omgegaan wordt met algemene voorzieningen, fysieke belasting, arbeidsmiddelen en persoonlijke beschermmiddelen. 

 

Werkplekinstructies

REEF streeft naar een optimale werkplek voor onze collega’s. De werkplek wordt daarom ingesteld op een goede werkhouding. Naast de werkhouding zijn er verschillende factoren van invloed op de werkplek zoals de binnentemperatuur, verlichting en bewegingsruimte. Werk je bij een opdrachtgever, dan volg je zoveel mogelijk de instructies op die gelden binnen die organisatie. Als je adviezen of middelen nodig hebt, die niet ter beschikking worden gesteld door de opdrachtgever, dan kan je deze aanvragen bij je leidinggevende van REEF.
 

Met het onderstaande stappenplan kan jij je werkplek goed afstellen om de juiste werkhouding optimaal te ondersteunen.
1. De stoelhoogte: de hoogte is goed als het bovenbeen bij het zitten horizontaal staat en de hoek tussen de boven- en onderbenen 90 graden is. De bovenbenen moeten over de gehele lengte van de zitting ondersteund zijn.
2. De stoeldiepte: zorg dat er tussen de zitting en de knieholte een vuistbreedte vrij wordt gehouden. De holte in de onderkant van de rug moet door de bolling van de rugleuning worden ondersteund.
3. De stoelrugleuning: stel de rugleuning zo in dat deze goed in de rug steunt. Zorg dat de bolling van de rugleuning de lage rug ondersteunt.
4. De stoelarmleuning: stel de stoelarmleuning zo in dat de schouders ontspannen zijn (niet opgetrokken) en de onderarmen horizontaal steunen op de leuning. 
5. Het bureau: de hoogte van het bureau is gelijk aan de hoogte van de stoelarmleuning. Als de hoogte van het bureaublad niet te verstellen is, dan kun je de stoel (tijdelijk) hoger zetten en een voetsteun gebruiken. Werknemer zit (bijna) met de buik tegen het bureaublad aan zodat de muis en het toetsenbord goede bereikbaar zijn. 
6. Het beeldscherm: het scherm dient recht voor het gezicht te staan. De afstand tussen de ogen en het beeldscherm wordt bepaald door de grootte van het beeldscherm. De stelregel is dat het beeldscherm op afstand van een armlengte staat. De bovenrand van het glas van het beeldscherm mag niet hoger dan op ooghoogte zijn.
7. Spiegelingen en reflecties: plaats het beeldscherm nooit tegenover een raam en ook niet voor een raam. Bij voorkeur en indien mogelijk wordt het beeldscherm loodrecht op de ramen geplaatst en op 3 meter afstand.
8. Het toetsenbord: als de ellenbogen worden ondersteund door de armleuning kan het toetsenbord zo dicht mogelijk naar het lichaam getrokken worden, zodat de bovenarmen ontspannen langs het lichaam hangen tijdens het typen. Daarnaast is het belangrijk dat de polsen recht zijn en niet gebogen. Klap de pootjes van het toetsenbord dus in.
9. De muis: moet bediend worden door de hele onderarm te bewegen. De muis is in handbereik als de arm op de armstoelleuning is.